Uitspraak
Voorlopige voorzieningen
Beschikking op het op 22 april 2025 ingekomen verzoek van:
[de man] ,
[de vrouw] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens zelfstandige verzoeken van de vrouw;
- het verweer tegen de zelfstandige verzoeken;
- het bericht met bijlagen van 18 juni 2025 van de vrouw;
- de berichten met bijlage van 20 juni 2025 van de vrouw.
- de man bijgestaan door zijn advocaat en tolk M. Erbek (Turks);
- de vrouw bijgestaan door haar advocaat en tolk M. Sivridag (Turks);
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Feiten
- Partijen zijn met elkaar gehuwd op [datum] 2021 in Turkije.
- Zij zijn de ouders van het volgende minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2024 in [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen gezamenlijk het gezag over [minderjarige] uit.
- De man heeft de Turkse nationaliteit en de vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit.
- [minderjarige] heeft in ieder geval de Nederlandse nationaliteit.
Verzoek en verweerDe man verzoekt:
- een voorlopige zorgregeling vast te leggen waarbij de man als volgt recht heeft op contact met [minderjarige] :
- wekelijks op de vrijdagen en op de zondagen van 10:00 uur tot 18:00 uur, waarbij de vrouw [minderjarige] naar de man brengt en de man na afloop van het contact [minderjarige] bij de vrouw terugbrengt;
- gedurende een aaneengesloten periode van de helft van de (school)vakanties, (Islamitische) feestdagen en bijzondere dagen;
- [minderjarige] aan de vrouw toe te vertrouwen;
- dat een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ten aanzien van [minderjarige] wordt vastgesteld in die zin dat:
- voor zover een traject bij een omgangshuis noodzakelijk is de vader en [minderjarige] , tot het moment dat het traject is gestart iedere zondag tussen 16:00 uur en 18:00 uur omgang zullen hebben onder toezicht van de vrouw bij een café in de Mall of the Netherlands te Leidschendam;
- twee keer per week via videobellen voor de duur van maximaal 10 minuten contact zal plaatsvinden tussen de man en [minderjarige] ;
- te bepalen dat de man met ingang van de datum van dit verweerschrift aan de vrouw een voorlopige kinderalimentatie zal betalen van € 459,- per maand, althans in goede justitie een bijdrage vast te stellen;
- te bepalen dat de man met ingang van de datum van dit verweerschrift aan de vrouw een voorlopige partneralimentatie zal betalen van € 229,- bruto per maand;
Beoordeling
- Compensatie PAWW van € 4,- per vier weken;
- Overwerk 100% met 25% opslag van € 75,- per vier weken;
- Overwerk kort verzuim van € 16,- per vier weken;
- Overwerk uren vrije dagen van € 282,- per vier weken;
- Overwerk uren feestdagen van € 79,- per vier weken;
- Overwerk uren 100% van € 301,- per vier weken;
- Feestdagentoeslag 100% van € 43,- per vier weken;
- Feestdagentoeslag 200% van € 22,- per vier weken;
- ORT van € 229,- per vier weken.
- de WGA premie van € 52,- per vier weken;
- de bijdrage PAWW van € 4,- per vier weken.
€ 3.213,- per maand.
€ 437,- per maand in 2025.
25 / 682 x 437 = 16
.
€ 563,- per maand. Op dit bedrag wordt het hierboven berekende aandeel van de man in de kosten van [minderjarige] (inclusief zorgkorting) van € 421,- per maand in mindering gebracht. De man heeft daarmee een resterende draagkracht voor partneralimentatie van € 142,- per maand. Gebruteerd komt dit neer op € 227,- per maand.
Beslissing
- op vrijdag 11 juli 2025 en vrijdag 18 juli 2025 van 10:00 uur tot 12:00 bij [binnenspeeltuin] , [adres 1] in [plaats 1] , waarbij de moeder op de achtergrond aanwezig mag zijn en [minderjarige] brengt en haalt;
- vanaf vrijdag 25 juli 2025: iedere vrijdag en zondag van 10:00 uur tot 12:00 uur, bij de man thuis of op een door de man aangewezen locatie binnen de regio Den Haag, waarbij de vrouw [minderjarige] brengt en haalt;
de man)
de vrouw)