In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2025 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de moeder om eenhoofdig gezag over haar minderjarige kind. De moeder heeft verzocht om vervangende toestemming om met haar kind op vakantie te gaan naar België en Spanje. De vader, die niet op de zitting verscheen, heeft geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er al meer dan een jaar geen contact is tussen de vader en het kind, en dat de vader kampt met verslavingsproblematiek. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van het kind is. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek van de moeder toe te wijzen, zodat zij alleen gezagsbeslissingen kan nemen. Tevens is toestemming verleend voor de vakanties naar België en Spanje, zolang het gezagsregister nog niet is aangepast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.