Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
[partij 2]te [woonplaats 1] ,
[partij 4]te [woonplaats 1] ,
[partij 6]te [woonplaats 1] ,
[partij 8]te [woonplaats 2] ,
1.Waar gaat de zaak over?
2.De procedure
- de drie dagvaardingen van 23 december 2024 (betekend aan de penthouse-eigenaren sub 1 tot en met 3), met producties 1 tot en met 34;
- de dagvaarding van 30 december 2024 (betekend aan de penthouse-eigenaren sub 4), met producties 1 tot en met 34;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 10;
- het tussenvonnis van 26 maart 2025 waarin een mondelinge behandeling is bevolen;
- het B8-formulier van WoonInvest van 9 mei 2025, met producties 35 tot en met 37.
3.De feiten
bewoning, (…).
Definities
Overeenkomst Wooninvest
als opdrachtgever / projectontwikkelaar” aansprakelijk achten voor de alle herstelkosten.
4.Het geschil
- a) de penthouse-eigenaren sub 1 veroordeelt om aan haar te betalen een bedrag van € 88.211,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2023 voor de facturen met een factuurdatum voor 6 januari 2023 en vanaf de data van de facturen voor de facturen met een factuurdatum na 6 januari 2023, althans te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 november 2024;
- b) de penthouse-eigenaren sub 2 veroordeelt om aan haar te betalen een bedrag van € 88.211,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2023 voor de facturen met een factuurdatum voor 2 februari 2023 en vanaf de data van de facturen voor de facturen met een factuurdatum na 2 februari 2023, althans te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 november 2024;
- c) de penthouse-eigenaren sub 3 en de penthouse-eigenaren sub 4 ieder veroordeelt om aan haar te betalen een bedrag van € 83.874,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2023 voor de facturen met een factuurdatum voor 2 februari 2023 en vanaf de data van de facturen voor de facturen met een factuurdatum na 2 februari 2023, althans te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 (penthouse-eigenaren sub 3) dan wel 12 (penthouse-eigenaren sub 4) november 2024;
5.De beoordeling
tijdelijke financiering” door WoonInvest “
hangende het aansprakelijkheidsonderzoek” en hebben zij zich (dus) verenigd met de (nieuwe) situatie waarin WoonInvest in tegenstelling tot haar eerdere toezegging, niet onvoorwaardelijk alle herstelkosten voor haar rekening zal nemen, maar slechts zal
voorfinancieren, terwijl haar eventuele aansprakelijkheid wordt onderzocht. In de notulen staat ook dat deze situatie “
wezenlijk anders” is dan de situatie van de standleidingen (waar WoonInvest alle herstelkosten had betaald) en dat “
WoonInvest de kosten voorschiet, maar pas na opheldering van het aansprakelijkheidsvraagstuk duidelijk is waar de kosten thuishoren.” Het besluit van 22 november 2021 dient dan ook als uitgangspunt bij de beoordeling van de vorderingen.
verantwoordelijk kan worden gehouden”. Dat dit de insteek was bij het besluit van 22 november 2021, volgt ook uit het gebruik van het woord “
aansprakelijkheid” in de (besluitenlijst sub 6 van de) notulen en de correspondentie die daarna is gevoerd, waaruit blijkt dat het bestuur van de VvE’s althans de penthouse-eigenaren wisten dat het geld werd voorgeschoten met dat in het achterhoofd (3.19 en 3.20). Er is veel meer voor nodig om te kunnen zeggen dat de penthouse-eigenaren niet hoeven mee te betalen. WoonInvest heeft voldoende onderbouwd dat zij niet gehouden is de volledige herstelkosten voor haar rekening te nemen. Zij kan de penthouse-eigenaren conform de statutaire breukdelen aanspreken op grond van de hiervoor genoemde interne verhouding. De vorderingen van WoonInvest zullen worden toegewezen, met inachtneming van het hierna volgende.