ECLI:NL:RBDHA:2025:13779
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.C. Laagland
- H.S. van Wessel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag van een Gambiaanse nationaliteit met eerdere asielstatus in Estland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het beroep van eiser, een Gambiaanse nationaliteit, tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn negende asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 16 mei 2025 een opvolgende aanvraag ingediend, maar deze is door de minister van Asiel en Migratie op 28 mei 2025 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank behandelt ook het verzoek om een voorlopige voorziening in verband met eisers geplande uitzetting. Eiser heeft in het verleden meerdere asielaanvragen ingediend, waarvan de meeste niet-ontvankelijk zijn verklaard of kennelijk ongegrond zijn verklaard. De rechtbank oordeelt dat de eerdere asielstatus van eiser in Estland niet relevant is voor de beoordeling van zijn huidige aanvraag, omdat er geen nieuwe elementen zijn die de kans op internationale bescherming aanzienlijk vergroten. De rechtbank bevestigt dat de aanvraag op goede gronden niet-ontvankelijk is verklaard en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.