De vrouw vordert, na wijziging eis, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I.	de verdeling van de woning aan de [adres 1] als volgt te gelasten:
- te bepalen dat de man binnen twee weken na het te geven vonnis uit de door de vrouw voorgestelde makelaars één makelaar zal kiezen;
- te bepalen dat de makelaar in aanwezigheid van partijen de woning zal taxeren;
- te bepalen dat de kosten van de taxatie door beide partijen gedragen zullen worden, ieder voor de helft;
- te bepalen dat de vrouw binnen drie maanden na de taxatie aan de man moet laten weten of toedeling van de vrouw onder ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid mogelijk is;
- te bepalen dat de levering van het aandeel van de man in de woning aan de vrouw dient plaats te vinden binnen twee maanden nadat de vrouw de man binnen de gestelde termijn schriftelijk heeft bericht dat zij de woning kan overnemen;
- te bepalen dat de vrouw ten tijde van de overdracht van het aandeel van de man in de woning aan de vrouw bij de notaris de helft van de overwaarde van de woning (getaxeerde waarde min de hypothecaire lening) aan de man dient te voldoen en dat de kosten van het notariële transport van de woning door beide partijen gedragen worden, ieder voor de helft;
- voor het geval toedeling van de woning aan de vrouw niet binnen de gestelde termijn zal zijn gerealiseerd, te bepalen dat de woning aan de [adres 1] aan een derde zal worden verkocht door middel van een opdracht aan de makelaar die de woning heeft getaxeerd;
- te bepalen dat partijen het advies van de makelaar ten aanzien van de vraag- en laatprijs zullen volgen;
- te bepalen dat de hypothecaire lening bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zal worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
- te bepalen dat de netto-verkoopopbrengst gelijkelijk tussen partijen dient te worden verdeeld;
- te bepalen dat iedere partij bij overdracht aan (een) derde(n) gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, notaris en overige kosten ter zake van de verkoop en levering van de woning te dragen;
II.	de veroordeling van de man om aan de vrouw te betalen een bedrag van € 35.885,51, alsmede een bedrag van € 582,05 voor iedere maand na 1 december 2024 tot aan de dag van levering van de woning aan de [adres 1] aan de vrouw, dan wel levering van de woning aan een derde;
III.	de veroordeling van de man om binnen 5 dagen na datum van dit vonnis, schriftelijk aan mr. Tsui, advocaat bij Sett advocaten en belastingadviseurs, opdracht te geven tot het vrijgeven van het op de derdenrekening van Sett advocaten en belastingadviseurs gestorte bedrag van € 60.000 en tot het storten van dit bedrag op een door de vrouw door te geven bankrekening van de vrouw;
IV.	de veroordeling van de man om aan de vrouw een dwangsom te betalen van € 1.000 per dag, voor elke dag dat de man niet voldoet aan de vordering onder III, betreffende de aan mr. Tsui te geven opdracht, met een maximum van € 50.000;
V.	primair te bepalen dat ieder der partijen de eigen kosten draagt, subsidiair de veroordeling van de man in de kosten van dit geding.