Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Buitenlandse Zaken, verweerder (gemachtigde: mr. L.S. Hartog).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beoordelingskader
Economische binding
Income Tax Return-formulieren van 2019 en 2021. Verder stelt eiseres dat er minder gewicht moet worden toegekend aan sociale binding wanneer er sprake is van sterke economische binding. In dit kader doet eiseres beroep op een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem, van 29 juni 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:6540).
Income Tax Return-formulieren van 2019 en 2021 en de werkgeversverklaring. Deze documenten zijn gedateerd, en daaruit blijkt ook niet dat er sprake is van een substantieel en regelmatig inkomen. De werkgeversverklaring waarin een inkomen staat vermeld van 500 dollar per week biedt onvoldoende basis voor de stelling dat dit inkomen ook daadwerkelijk is verkregen. De overige overgelegde documenten bieden, anders dan eiseres stelt, ook onvoldoende inzicht in het daadwerkelijk door eiseres genoten inkomen in de hier relevante periode. Ook had de minister in de overgelegde documenten geen aanleiding hoeven zien om nadere vragen te stellen, zoals door eiseres is gesteld. Met de vragenlijst had eiseres immers kunnen weten welke documenten nodig zijn om de economische binding te onderbouwen. De beroepsgrond slaagt niet.