ECLI:NL:RBDHA:2025:13986
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure omgevingsvergunning voor dakopbouw woning in beschermd stadsgezicht
Deze uitspraak betreft een door het college verleende omgevingsvergunning voor de vergroting van een woning door het maken van een dakopbouw. Eisers, bewoners van een nabijgelegen woning, zijn het niet eens met de vergunning en stellen dat het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen, dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan en met redelijke eisen van welstand. De rechtbank heeft de zaak op 29 april 2025 behandeld en komt tot het oordeel dat het college de omgevingsvergunning op juiste gronden heeft verleend. Het beroep van eisers is ongegrond verklaard.
De vergunninghouders hebben op 21 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor de omgevingsvergunning. Het college heeft de vergunning verleend op 21 december 2022, en na bezwaar van eisers is het besluit op 12 juni 2023 gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) valt, aangezien deze is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Eisers hebben aangevoerd dat de extra bouwlaag hun uitzicht belemmert en de waarde van hun woning doet dalen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het bouwplan voldoet aan de planregels van het bestemmingsplan en dat de welstandscommissie het ontwerp positief heeft beoordeeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het welstandsadvies. De rechtbank concludeert dat het college de omgevingsvergunning terecht heeft verleend en dat het beroep van eisers ongegrond is.