Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. G.S.S. de Kok),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een asielzoeker, eiser, die was overgedragen vanuit Zwitserland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 27 juni 2025, waarin de bewaring werd opgelegd. Tijdens de zitting op 9 juli 2025 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn bezwaren tegen de rechtmatigheid van de staandehouding en de overdracht naar Nederland naar voren gebracht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de onvolkomenheden in het proces-verbaal van staandehouding niet voldoende waren om de rechtmatigheid van de bewaring in twijfel te trekken. De rechtbank heeft ook overwogen dat, zelfs als de overdracht vanuit Zwitserland onrechtmatig zou zijn geweest, dit niet automatisch de maatregel van bewaring onrechtmatig maakte. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en geconcludeerd dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor de vaststelling van de identiteit en nationaliteit van eiser, en voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.