In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 juli 2025, wordt de maatregel van bewaring die de minister van Asiel en Migratie aan eiseres heeft opgelegd, beoordeeld. Eiseres is het niet eens met deze maatregel en heeft beroep ingesteld. De rechtbank onderzoekt of de minister de maatregel rechtmatig heeft opgelegd, waarbij eiseres aanvoert dat er geen significant risico op onderduiken bestaat en dat de minister had moeten volstaan met een lichter middel. De rechtbank concludeert dat de minister de maatregel van bewaring terecht heeft opgelegd, omdat er een significant risico op onderduiken is vastgesteld. Dit risico is gebaseerd op verschillende gronden, waaronder het feit dat eiseres zich niet aan de vreemdelingenwetgeving heeft gehouden en geen vaste woon- of verblijfplaats heeft. De rechtbank oordeelt verder dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld in de overdracht van eiseres naar Duitsland, en dat er geen reden is om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de maatregel. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.