ECLI:NL:RBDHA:2025:14084

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juli 2025
Publicatiedatum
30 juli 2025
Zaaknummer
NL25.16165
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak zonder connexiteit

In deze zaak heeft verzoeker, met V-nummer [v-nummer], een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 28 maart 2025 in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter zonder zitting uitspraak gedaan.

Op 2 mei 2025 heeft verzoeker het beroep met kenmerk NL25.16163 ingetrokken. De rechtbank heeft verzoeker op 21 mei 2025 en 26 juni 2025 gevraagd of hij het verzoek om een voorlopige voorziening wil handhaven, maar hierop is niet gereageerd. De rechtbank concludeert dat verzoeker zijn verzoek wil handhaven, ondanks de intrekking van het beroep.

Aangezien verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is vanwege een gebrek aan connexiteit. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, in aanwezigheid van griffier mr. J.R. Froma, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals bepaald in artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.16165

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [v-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. J.I.T. Sopacua),
en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder

Procesverloop

1. Verzoeker heeft een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Bij besluit van 28 maart 2025 heeft verweerder deze aanvraag in de algemene procedure niet-onvankelijk verklaard.
1.1.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting [1] .

Overwegingen

1.3.
Bij bericht van 2 mei 2025 heeft verzoeker het beroep met kenmerk NL25.16163 ingetrokken. De rechtbank heeft verzoeker op 21 mei 2025 en 26 juni 2025 gevraagd of hij het verzoek om een voorlopige voorziening wil handhaven. Hier is niet op gereageerd. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verzoeker zijn verzoek wil handhaven.
1.4.
Nu eiser zijn beroep heeft ingetrokken, zal het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk worden verklaard vanwege een gebrek aan connexiteit. [2]
1.5.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
2.Artikel 8:81 Awb.