ECLI:NL:RBDHA:2025:14116
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering met verkorte wachttijd wegens niet volledige arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een WIA-uitkering met verkorte wachttijd. Eisers, bestaande uit een B.V. en de werknemer, stelden dat de werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en dat verbetering van zijn belastbaarheid uitgesloten is. Tijdens de zitting werd aangevoerd dat er na een gesprek met de plastisch chirurg nieuwe ontwikkelingen waren, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) voldoende had gemotiveerd dat herstel niet voor 100% uitgesloten is. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsarts b&b terecht had vastgesteld dat er behandelmogelijkheden zijn die een verbetering van de handfunctie kunnen opleveren. De rechtbank wees het verzoek om externe expertise af, omdat zij geen reden zag om te twijfelen aan het standpunt van de verzekeringsarts b&b. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eisers geen gelijk kregen en geen recht hebben op een WIA-uitkering met verkorte wachttijd. De rechtbank besliste dat eisers ook geen griffierecht terugkrijgen en geen vergoeding van proceskosten ontvangen.