ECLI:NL:RBDHA:2025:14175

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
NL25.7408
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 26 juni 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De zaak betreft een verzoeker die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 14 februari 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzoekt om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 juni 2025 behandeld, maar beide partijen hebben zich afgemeld voor de zitting. In de uitspraak wordt uiteengezet dat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in de aanverwante zaak (NL25.7407), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, in aanwezigheid van griffier mr. M.M. van Luijk - Salomons. De uitspraak is openbaar gemaakt op 26 juni 2025 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.7408
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. W.A. Berghuis),
en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. M. van der Lubbe).

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de niet- ontvankelijk verklaring van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij verzoekt daarom om een voorlopige voorziening en voert daartoe een aantal gronden aan. Hij heeft daartegen ook beroep ingesteld.
1.1.
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 14 februari 2025 deze aanvraag in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2.1.
De minister heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
2.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van her beroep (NL25.7407), op 17 juni 2025 op zitting behandeld. Partijen hebben zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.7407, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk - Salomons, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 juni 2025

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.