ECLI:NL:RBDHA:2025:14181
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op basis van geloofwaardigheidsbeoordeling van identiteit en seksuele gerichtheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 19 juni 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser, die in 2005 is geboren, heeft verklaard dat hij in 2019 problemen met zijn familie ondervond vanwege zijn seksuele gerichtheid, wat leidde tot zijn vlucht naar Europa. De rechtbank heeft het beroep op 23 juli 2025 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren afwezig. De rechtbank concludeert dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de seksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig is, omdat zijn verklaringen vaag en tegenstrijdig waren. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende gemotiveerd heeft dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond is, en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen gelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.