Op 23 juli 2025 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de opvoedsituatie bij de moeder onvoldoende stabiel is om de kinderen in een vrijwillig kader te plaatsen. De moeder heeft weliswaar inzet en betrokkenheid getoond, maar haar handelen is niet altijd consistent. Er zijn zorgen over het gedrag van [minderjarige 1], die onveilig gedrag vertoont en een risico vormt voor zichzelf en anderen. De moeder heeft aangegeven dat zij de zorg voor [minderjarige 1] niet meer aankon, wat leidde tot een verzoek om uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft eerder de ondertoezichtstelling verlengd tot 1 augustus 2025, maar na evaluatie is gebleken dat de situatie nog steeds niet stabiel genoeg is. De kinderrechter heeft de betrokken hulpverlening en de zorgen over de moeder in overweging genomen en besloten dat de ondertoezichtstelling voor de resterende duur van zes maanden moet worden verlengd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de hoop uitgesproken dat de nieuwe jeugdbeschermers die de huidige jeugdbeschermer zullen vervangen, even voortvarend aan de slag zullen gaan.