In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 16 juli 2025, is een voorwaardelijke machtiging verleend voor de uit huis plaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De zaak betreft de minderjarige, geboren in 2009, die onder toezicht is gesteld en kampt met hechtingsproblematiek, bedreigde persoonlijkheidsproblematiek en stemmingsproblematiek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], in een onveilige situatie verkeert en dat haar ontwikkeling ernstig belemmerd wordt door de huidige omstandigheden. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben ingestemd met het verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, om de minderjarige uit huis te plaatsen. De kinderrechter heeft de noodzaak van jeugdhulp onderstreept, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige]. Tijdens de zitting is gebleken dat er zorgen zijn over de dynamiek tussen de ouders en de minderjarige, en dat er recentelijk een handgemeen heeft plaatsgevonden. De kinderrechter heeft besloten dat de voorwaardelijke machtiging tot gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te waarborgen dat [minderjarige] de benodigde hulp ontvangt en om te voorkomen dat zij zich aan deze hulp onttrekt. De kinderrechter heeft voorwaarden gesteld aan de machtiging, waaronder het vermijden van fysieke agressie en het naleven van afspraken omtrent de hulpverlening. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep.