ECLI:NL:RBDHA:2025:14457
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met niet-ontvankelijkverklaring opvolgende aanvraag
Op 25 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster had een opvolgende aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag op 19 mei 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld, waarbij zij tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 26 juni 2025, samen met het beroep dat geregistreerd was onder nummer NL25.23701. Tijdens de zitting waren zowel verzoekster als haar gemachtigden, mr. A. Alkir en mr. A.M. Lammers, aanwezig, evenals de gemachtigde van de minister. De voorzieningenrechter heeft in de uitspraak van vandaag, die betrekking heeft op het beroep, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. N. Habibi. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.