ECLI:NL:RBDHA:2025:14542
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot toegang tot gehuurde woning na verkoop
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.S. Folsche, gedaagde gedagvaard in kort geding om toegang te verkrijgen tot de woning die zij huurde. De huurovereenkomst was op 2 oktober 2024 gesloten, maar op 23 april 2025 werd eiseres geïnformeerd dat haar digitale sleutel was geblokkeerd. Eiseres heeft gedaagde gesommeerd om de toegang te herstellen, maar gedaagde heeft niet gereageerd en is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 19 juni 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde de woning inmiddels had verkocht en niet langer de eigenaar was. Hierdoor kon gedaagde niet meer voldoen aan de vordering van eiseres om toegang te verschaffen tot het gehuurde. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres afgewezen, maar gedaagde werd wel veroordeeld in de proceskosten, omdat hij had moeten zorgen dat eiseres niet in deze procedure terechtkwam door haar toegang te verschaffen of haar te informeren over de verkoop van de woning. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 888,21.