ECLI:NL:RBDHA:2025:14554
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding over de teruggave van een verbeurdverklaard vliegtuig aan de rechtmatige eigenaar
In deze zaak heeft eiseres, een vrouw uit Servië, een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, met als doel de teruggave van een vliegtuig dat verbeurd is verklaard. De eiseres stelt dat zij rechtmatig eigenaar is van het vliegtuig, dat op 7 september 2022 in beslag is genomen toen haar ex-echtgenoot werd aangehouden met een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne. De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat de eigendom van het vliegtuig aan eiseres is toebedeeld in een echtscheidingsconvenant en dat zij op 31 juli 2023 als eigenaresse is geregistreerd in het Servische luchtvaartregister.
De Staat heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat er een beklagprocedure openstaat op basis van artikel 552b van het Wetboek van Strafvordering. De voorzieningenrechter heeft dit verweer gevolgd en geoordeeld dat de beklagprocedure voldoende waarborgen biedt voor eiseres om haar rechten te doen gelden. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat zij niet heeft aangetoond dat zij een spoedeisend belang heeft bij de teruggave van het vliegtuig, vooral gezien het feit dat zij eerder om aanhouding van de behandeling van haar klaagschrift heeft verzocht.
De rechtbank heeft eiseres veroordeeld in de proceskosten van de Staat, die zijn begroot op € 1.999,00. De beslissing is op 3 juli 2025 openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter.