ECLI:NL:RBDHA:2025:14572
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in een schuldregeling
In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser, [verweerster] B.V., omdat deze niet akkoord ging met zijn schuldregeling. De heer [verzoeker] heeft een aanzienlijke schuldenlast van € 43.633,44 opgebouwd bij elf schuldeisers, waarvan de meeste hebben ingestemd met zijn voorstel. Het voorstel houdt in dat de schuldeisers met voorrang een uitkering van 2,52% ontvangen en de overige schuldeisers 1,26%, met kwijtschelding van het restant. De rechtbank heeft op 4 augustus 2025 geoordeeld dat de schuldbemiddeling correct is uitgevoerd door de gemeente [plaats] en dat het onredelijk is dat [verweerster] weigert in te stemmen met de regeling. De rechtbank heeft de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geconcludeerd dat het voorstel van de heer [verzoeker] het maximaal haalbare is, gezien zijn problematische situatie en gezondheidsklachten. De rechtbank heeft het verzoek tot oplegging van het dwangakkoord toegewezen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat dit niet langer relevant was. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen worden aangevochten.