Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.Het in beslag genomen voorwerp
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (VIERENTWINTIG) MAANDEN;
166 dagen), bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
16 (ZESTIEN) MAANDEN,niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
3 (DRIE) JARENvastgestelde
proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
dadelijk uitvoerbaarzijn;
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt op 22 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 31):
Het proces-verbaal van verhoor van het slachtoffer [slachtoffer] , opgemaakt op 22 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 35)
G: Hij vloog mij aan, ik voelde klappen en bloed op mijn hoofd. Hij sloeg mij met een mes eerst en in zijn eigen hand gesneden met het mes. Hij deelde ook nog klappen en ik heb hem geduwd.
V: Hoeveel klappen heeft u gehad?
G: Niet zoveel, een paar, ik werd wakker en toen voelde ik bloed. Ik heb twee gehechte snijwonden op mijn voorhoofd en één in mijn nek.
G: Ik gaf hem een duwtje en toen is hij op de bank gevallen. Hij heeft wel echt kracht gebruikt. Eerst ging hij met een mes en daarna met vuisten.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 22 februari 2025, voor zover inhoudende (p. 21):
Ik zag dat tijdens het fixeren van de verdachte, een oudere man in de woonkamer aanwezig was welke later de vader van [de verdachte] bleek te zijn. Ik zag dat hij op meerdere plekken bloed op zijn gezicht en hals had zitten. Ik zag dat hij met doek deze verwondingen aan het afdichten was. Ik zag dat de vader hierna ook door een ambulance werd vervoerd naar het Westeinde ziekenhuis.
Ik zag dat er een mes in de wasbak lag. Ik hoorde de moeder zeggen dat dit het mes was waarmee [de verdachte] zijn vader had gestoken. Ik zag dat het mes een rood en wit handvat had en was voorzien van een rood lemmet welke afgebroken. Ik zag dat het lemmet circa 5 centimeter lang was tussen het handvat en het afgebroken gedeelte.
Ik vroeg vervolgens aan de moeder waar het andere gedeelte van het mes was. Ik hoorde haar zeggen dat zij deze op de bank had zien liggen tijdens het incident. Kort hierna werd het afgebroken gedeelte van het mes aangetroffen tussen 2 kussens van het zitgedeelte van de bank.
De eigen waarneming van de rechtbank, gedaan op de terechtzitting van 25 juli 2025: