ECLI:NL:RBDHA:2025:14811
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot faillietverklaring van verweerder in insolventieprocedure
In deze zaak heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot faillietverklaring van verweerder, met een vordering van € 6.559,60. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de volledige vordering inmiddels door verweerder is voldaan. Verzoeker stelde dat er meerdere schulden onbetaald waren, maar de rechtbank oordeelde dat de overige schuldeisers niet als verzoekers konden worden aangemerkt, aangezien hun vorderingen niet correct in het verzoekschrift waren opgenomen. De rechtbank concludeerde dat er geen vorderingsrecht meer was voor verzoeker, waardoor het verzoek tot faillietverklaring niet kon worden toegewezen. De beslissing werd genomen door mr. A.C.M. Höppener, rechter, en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025.