3.4Bewijsoverwegingen
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte zich in de periode van 15 december 2023 tot en met 14 mei 2024 schuldig heeft gemaakt aan het handelen in cocaïne en/of heroïne.
Voor de beantwoording van die vraag stelt de rechtbank allereerst op basis van het dossier en de terechtzitting vast dat de verdachte de vaste gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en dat hij een bekende is van medeverdachte [medeverdachte 1] .
Volgens een Meld Misdaad Anoniem-melding (hierna: MMA-melding) van 15 december 2023 zou er dagelijks door twee Marokkaanse mannen uit flatwoningen aan [adres 2] en [adres 3] drugs worden gedeald. De politie is naar aanleiding van deze melding een onderzoek gestart waaruit een groep van vijf mogelijke verdachten naar voren komt die gebruik maakt van een deallijn met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Observaties
Op 13 maart 2024 wordt de verdachte door verbalisanten gezien op het moment dat hij uit de portiek [adres 2] komt lopen. Hij is gefouilleerd en blijkt meerdere telefoons en 430 euro bij zich te hebben. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij dit geld bij zich had, omdat hij zou zijn uitbetaald voor werkzaamheden van zijn bijbaan als bezorger bij restaurant [bedrijf] . De rechtbank acht deze verklaring onaannemelijk, omdat restaurant [bedrijf] reeds op 5 februari 2024 voor de duur van drie maanden op last van de burgemeester is gesloten.
Vervolgens wordt de verdachte op 9 april 2024 tijdens een observatie herkend wanneer twee personen op een scooter komen aanrijden. Zij gaan de woning op [adres 2] in en komen drie minuten later weer naar buiten. Ondertussen wordt waargenomen dat [naam] , een persoon die bekend staat als een drugsverslaafde, dezelfde woning kortstondig bezoekt terwijl de verdachte nog binnen is. Hoewel in het proces-verbaal geen onderscheidende kenmerken worden beschreven aan de hand waarvan de verdachte door de politie herkend is, heeft de rechtbank ter zitting waargenomen dat de persoon op de foto’s van die observatie op pagina 8 en 10 (respectievelijk pagina 462A en 462C) van het dossier dezelfde haarlijn, neus en hetzelfde postuur heeft als de verdachte. De rechtbank acht de herkenning door de politie mede daarom betrouwbaar.
Bij een volgende observatie door de politie op 18 april 2024, zien verbalisanten de verdachte meerijden in een blauwe Peugeot 206. De locatie van de dealertelefoon met nummer [telefoonnummer 2] wordt op dat moment ook gevolgd en deze beweegt mee met de locatie van de blauwe Peugeot 206. Ook op 2 mei 2024 wordt de verdachte in een blauwe Peugeot 206 gezien met één van de medeverdachten en een onbekende man. De medeverdachte en de onbekende man stappen meermaals uit de auto, gaan een woning binnen en komen een aantal minuten later weer terug. Deze kortstondige bezoeken aan woningen zijn volgens de verbalisanten kenmerkend voor drugsdeals. Ook in februari 2024 zijn dergelijke kortstondige bezoeken in mutaties vastgelegd.
Verklaring medeverdachte
Dat deze kenmerkende bezoeken duiden op drugshandel, wordt bevestigd door de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1] . Hij geeft aan dat hij vaak bij [adres 2] te Den Haag drugs afleverde en kort daarna weg ging. Ook verklaart hij dat de andere verdachten ( [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 4] ) de enige jongens waren met wie hij omging en dat hij met hen afsprak om drugs te dealen. Deze verklaring is door [medeverdachte 1] daarna doorgelezen en door hem ondertekend en hij heeft deze verklaring met bijstand van zijn advocaat afgelegd. De verdachte wordt daarmee ook door medeverdachte [medeverdachte 1] in de groep geplaatst die zich bezighoudt met drugshandel. Dit wordt verder ondersteund door voormelde MMA-melding van 15 december 2023 en de MMA-melding van 8 mei 2024, onder meer inhoudende dat de verdachte zich bezig houdt met de handel in harddrugs en gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Telefoongegevens
Uit onderzoek naar de deallijn [telefoonnummer 2] blijkt dat tien van de twintig meest gebelde tegencontacten verband houden met de handel in of het gebruik van harddrugs.
Op basis van historische verkeersgegevens van de telefoon van de verdachte blijkt dat de verdachte achttien overeenkomstige contacten heeft met de dealtelefoon. Daarnaast heeft de verdachte via zijn telefoon contact met medeverdachten en personen die in de politiesystemen staan geregistreerd als harddrugsgebruikers. De contacten met de harddrugsgebruikers bestaan uit kortstondige oproepen, hetgeen typerend is voor een telefoon die wordt gebruikt voor drugshandel. De verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij zijn telefoon vaak uitleende aan andere personen, omdat hij een abonnement had waarmee hij onbeperkt kon bellen, maar hij heeft geen namen van die personen willen noemen, waardoor deze uitleg niet geverifieerd kon worden. Gelet op het grote aantal contactmomenten acht de rechtbank deze verklaring onaannemelijk. Nu hij geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de veelvuldige contacten met harddrugsgebruikers en de korte duur hiervan, gaat de rechtbank ervan uit dat deze contacten gericht waren op het tot stand brengen van drugsdeals c.q. het verkopen en afleveren van harddrugs.
Daarnaast blijkt uit het dossier dat met het telefoonnummer van de verdachte in ieder geval twee verschillende adressen doorgestuurd zijn waar personen wonen die registraties hebben in verband met harddrugs. Ook staan er in de notities van de telefoon van de verdachte verschillende adressen vermeld, waarvan op één adres een persoon woont die bekend staat als harddrugsgebruiker. Verder is er tussen de afbeeldingen in de telefoon van de verdachte een foto van een paspoort aangetroffen van een persoon die bekend staat als drugsgebruiker.
Contact met drugsgebruikers
Naast de contacten die in de telefoon van de verdachte zijn aangetroffen, zijn er in de woning van de verdachte elf bankpassen van verschillende personen aangetroffen, waaronder geregistreerde drugsgebruikers. Voorts bevat het dossier de verklaring van de getuige [getuige] . Deze getuige heeft verklaard dat er meerdere keren jongens met een Marokkaans uiterlijk bij haar aan de deur kwamen. De getuige heeft toen meerdere keren bolletjes met drugs gekregen. Twee keer was er volgens de getuige een jongen bij met een fors postuur. Door de politie zijn aan de getuige meerdere foto’s getoond en zij herkent op een getoonde foto de verdachte als de jongen met het forse postuur die twee keer aanwezig was toen zij bolletjes met cocaïne kreeg.
Tussenconclusie
Zowel bij de politie als tijdens de terechtzitting heeft de verdachte nagelaten een verklaring te geven voor de hiervoor genoemde punten, waaronder de waarnemingen tijdens de observaties, de contacten met medeverdachten, waaronder [medeverdachte 3] , en de contacten met drugsgebruikers.
De verdachte is ter zitting geconfronteerd met alle belastende informatie, maar heeft zich op het standpunt gesteld dat hij zich veel niet kan herinneren. De rechtbank acht dit niet aannemelijk. Hij heeft onder meer geen verklaring gegeven over zijn omgang met [naam] , een bekend harddrugsverslaafde, terwijl het telefoonnummer van die persoon in de telefoon van verdachte is aangetroffen met vele kortstondige telefooncontacten, die persoon met verdachte kort in de woning aan het [adres 2] in Den Haag is geweest op 9 april 2024 en de bankpas van die persoon in de kamer van de verdachte is aangetroffen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan de hierna bewezenverklaarde drugsdelicten. Daarbij heeft de rechtbank het volgende -in onderlinge samenhang bezien- meegewogen:
- de kortstondige ontmoetingen met harddrugsgebruikers;
- de veelvuldige kortstondige contacten met drugsgebruikers via zijn telefoon;
- de bankpassen van drugsgebruikers die verdachte op zijn kamer had;
- het geld dat de verdachte bij zich had op 13 maart 2024;
- de contacten met medeverdachten waarbij hij met onder meer verdachte [medeverdachte 3] in een auto meereed en de dealerlijn dezelfde weg aflegde en er twee keer bij was toen [getuige] een bolletje cocaïne (aangeboden) kreeg;
- voormelde belastende verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] , ondersteund door de MMA-meldingen;
- het uitblijven van aannemelijke verklaringen voor deze belastende feiten en omstandigheden die om een verklaring schreeuwen.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezen verklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en in het bijzonder de hiervoor opgesomde feiten en omstandigheden leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte af dat de rol van de verdachte bestond uit het onderhouden van contacten met afnemers van drugs, het vervoeren van drugs, het aanwezig zijn ten tijde van drugsoverdrachten en het bewaren van geld of bankpassen van drugsgebruikers. De rechtbank is daarmee van oordeel dat de verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan het strafbare feit en dat er sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, gericht op de handel in harddrugs. De rechtbank acht daarmee het ten laste gelegde medeplegen bewezen.