In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van acht safaritenten voor glamping. De vergunninghoudster had op 5 juni 2023 een aanvraag ingediend voor de bouw en het gebruik van de safaritenten nabij een bepaalde locatie. Het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem verleende op 13 oktober 2023 de omgevingsvergunning, maar dit besluit werd door eisers, die omwonenden zijn, bestreden. De rechtbank heeft de beroepen van eisers op 21 mei 2025 behandeld. De rechtbank oordeelde dat de vergunning terecht was verleend, omdat de omgevingsvergunning niet in strijd was met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank overwoog dat de vrees van eisers voor aantasting van hun woon- en leefklimaat door geluids- en rookoverlast niet gegrond was, aangezien de glamping niet meer hinder zou veroorzaken dan de bestaande recreatievoorzieningen die al op de locatie zijn toegestaan. De rechtbank concludeerde dat de vergunning in stand blijft en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.