ECLI:NL:RBDHA:2025:14868
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding en griffierechtvergoeding in bestuursrechtelijke procedure inzake handhaving van dierenwelzijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2025, in de zaak SGR 23/3580, hebben de verzoeksters, Stichting Animal Rights en Stichting Bite Back, een verzoek ingediend om de minister voor Natuur en Stikstof te veroordelen in de proceskosten en om vergoeding van het griffierecht. Dit verzoek volgde op de intrekking van hun beroep tegen een besluit van de minister van 12 april 2023, waarin hun bezwaren tegen de afwijzing van een handhavingsverzoek ongegrond werden verklaard. Het handhavingsverzoek had betrekking op de onrechtmatige overbrenging van de Afrikaanse olifant Buba naar Hongarije.
De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. De minister stelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, omdat hij verzoeksters niet tegemoet was gekomen. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. Tevens verklaarde de rechtbank zich onbevoegd met betrekking tot het verzoek om vergoeding van het griffierecht, omdat de rechter hierin geen bevoegdheden heeft en verzoeksters zich rechtstreeks tot de minister kunnen wenden.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Awb, aangezien de minister geen besluit heeft genomen dat aan de verzoeksters tegemoetkwam. De intrekking van het beroep was het gevolg van het overlijden van olifant Buba, waardoor het procesbelang van verzoeksters verviel. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af en verklaart zich onbevoegd ten aanzien van het verzoek om griffierechtvergoeding.