Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, het college
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
niet-ontvankelijk. Het van rechtswege beroep tegen het besluit van 25 maart 2025 is gegrond, nu dit besluit onbevoegd is genomen. Dit besluit zal worden vernietigd.
Beslissing
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen het niet tijdig bekendmaken van de rechtswege verleende omgevingsvergunning gegrond;
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 25 maart 2025 gegrond;
- vernietigt het besluit van 25 maart 2025;
- draagt het college op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak de van rechtswege verleende omgevingsvergunning op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
- bepaalt dat het college eiser een dwangsom verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, waarbij de hoogte van de dwangsom € 100,- bedraagt, met een maximum van € 15.000,-;
- stelt de hoogte van de door het college te betalen dwangsom wegens het niet tijdig bekendmaken van de van rechtswege verleende omgevingsvergunning vast op € 1.442,-;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 187,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten tot een bedrag van € 2.721,- te betalen aan eiser.