ECLI:NL:RBDHA:2025:14960
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 11 augustus 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 7 juli 2025 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om een voorlopige voorziening, op 5 augustus 2025 behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, betoogt dat Spanje niet langer kan worden beschouwd als een veilige derde staat vanwege tekortkomingen in de asielprocedure en opvang, zoals beschreven in het AIDA-rapport 2025. Hij wijst op lange wachttijden, overbevolking en schendingen van mensenrechten in Spanje, waaronder discriminatie en etnische profilering door de politie.
De rechtbank oordeelt dat de minister zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan beroepen, zoals bevestigd door eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeert dat de door eiser aangevoerde omstandigheden niet voldoende zijn om aan te nemen dat Spanje niet in staat is om zijn asielaanvraag op een humane manier te behandelen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de minister de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.