De Raad heeft het verzoek – kort en zakelijk weergegeven – als volgt gemotiveerd. [minderjarige] heeft lichamelijke klachten, zonder aanwijsbare reden. [minderjarige] geeft daarbij zelf aan dat hij last heeft van zijn autisme en daardoor geen fysieke contacten te kunnen leggen. Het is bij de Raad echter niet bekend of, wanneer en door wie deze diagnose gesteld is. [minderjarige] zegt ook last te hebben van OCD maar ook hiervan is niet bekend, of wanneer en door wie deze diagnose gesteld zou zijn.
[minderjarige] vindt de basisschool niet fijn onder meer door de voor hem hoge werkdruk en gaat al langdurig niet naar regulier onderwijs. De moeder houdt vast aan deze diagnoses en wil niet langer samenwerken met Veilig Thuis.
Vanuit de Raad is er op dit moment dan ook geen zicht op [minderjarige] gezondheid. De moeder kan zich ook niet vinden in de visies van school, Veilig Thuis en hulpverlening en is van mening dat de medische situatie van [minderjarige] onvoldoende serieus wordt genomen.
In het vrijwillig kader is getracht hulpverlening vanuit Family Support op te starten. Dit kwam echter niet van de grond.
Door de gestagneerde schoolgang van [minderjarige] komt hij niet tot een optimale ontwikkeling op sociaal, emotioneel en cognitief gebied. [minderjarige] is pas dertien en heeft op dit moment ook omgang met leeftijdsgenoten nodig is om zijn identiteit te ontwikkelen.
De trajecten bij een psycholoog, lifestylecoach, diëtist en neuroloog zijn tot nu toe of niet gestart of kortdurend geweest.
De Raad is bezorgd dat [minderjarige] bij het voortduren van deze impasse in de toekomst thuis blijft zitten en daardoor geen externe contacten heeft met andere kinderen en volwassenen. De onduidelijkheden omtrent de medische situatie zullen bovendien blijvend voor stress zorgen bij de moeder en [minderjarige] en het uitblijven van goed onderzoek staat passende behandeling en hulpverlening in de weg.
Daarbij komt dat er vanuit de Raad zorgen zijn over overbelasting van de moeder nu zij veel zorgen heeft over haar eigen gezondheid en financiën. De Raad acht een ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van één jaar in het belang van [minderjarige] zodat er in die periode de jeugdbeschermer samen met [minderjarige] en moeder kan bewerkstelligen dat onderzoek en behandeling gevonden kan worden en er ook gewerkt gaan worden aan het vinden van een passende school of dagbesteding.