Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[partij A] te [woonplaats 1] ,2. [partij B] te [woonplaats 1] ,
1.[partij C] VOF te [vestigingsplaats] ,2. [partij D] te [woonplaats 2] ,3. [partij E] te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 30 juli 2025, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd en door [partij C] c.s. producties 5 en 6 zijn overgelegd.
2.De feiten
Artikel 1 Koop/Verkoop
- de inventarisvan het door verkoper voor eigen rekening gedreven bedrijf gevestigd [postcode] te [plaats] , aan de
[adres], genaamd:
[partij C], zoals nader omschreven op de aan dit koopovereenkomst als
bijlage 1aangehechte, door partijen geparafeerde staat, op de in deze overeenkomst vastgelegde voorwaarden. - De goodwillverbonden aan voornoemd bedrijf
- Het huurdersbelangverbonden aan voornoemd bedrijf
[plaats], uiterlijk op
[datum] 2025(ten behoeve van deze overeenkomst: “de dag van overdracht”) of zoveel eerder partijen mochten overeenkomen. De feitelijke levering zal geschieden middels afgifte van de sleutels van het perceel waarin het verkochte zich bevindt.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
schadevergoedingzou afwijzen.
- griffierecht € 714,00
- salaris advocaat € 1.107,00 (1 punt x € 1.107,00)
- nakosten
- salaris advocaat € 553,50 (0,5 x € 1.107,00)
- nakosten