Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[gedaagde 1] , te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.Het geschil
3.De verdere beoordeling
Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft [gedaagden] alsnog een bedrag van
€ 70.000,- betaald. Naar aanleiding hiervan heeft [eiseres] op 4 februari 2025 haar eis dienovereenkomstig gewijzigd, en heeft [eiser tot tussenkomst] dit op 5 februari 2025 gedaan. Daarna heeft [eiseres] op 14 april 2025 opnieuw haar eis gewijzigd, in die zin dat zij nu ook vordert dat de woning van [gedaagden] verdeeld wordt voor zover dat nodig is voor het verhaal van haar vordering, waardoor haar vorderingen nagenoeg gelijk zijn aan die van [eiser tot tussenkomst] .