In deze zaak heeft de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. F.J.M. Hamers, een kort geding aangespannen tegen de vader, die niet op de zitting is verschenen. De moeder verzoekt om vervangende toestemming om met hun minderjarige kind, geboren op [geboortedag] 2015, naar Turkije, België en Duitsland te reizen van 1 augustus 2025 tot en met 1 september 2025, en om een paspoort voor het kind aan te vragen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vader op de juiste wijze is opgeroepen, maar niet aanwezig was, waardoor verstek is verleend. De moeder heeft aangegeven dat de vader mogelijk is aangehouden bij de grens en dat er op zijn uitlevering wordt gewacht.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de moeder toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werden bevonden. De toestemming voor de reis en de paspoortaanvraag zijn verleend, waarbij de moeder de toestemming van de vader vervangt. De vordering om de vader in de proceskosten te veroordelen is afgewezen, omdat de vader niet op de hoogte was van de procedure. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere ouder zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 24 juli 2025.