ECLI:NL:RBDHA:2025:15110

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juli 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
C/09/656906 / FA RK 23-8316
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot herstel van beschikking inzake vaderschap en erkenning

Op 28 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak met rekestnummer FA RK 23-8316, waarin een verzoek tot herstel van een eerdere beschikking van 12 december 2024 werd afgewezen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.J. Boers, had samen met de ambtenaar van de burgerlijke stand verzocht om aanpassing van de eerdere beschikking. Dit verzoek omvatte het vaststellen van de nietigheid van de erkenning, het verbeteren van gegevens van de ouders en het kind, het ontkennen van het vaderschap en het gerechtelijk vaststellen van het vaderschap. De juridische vader en de biologische vader hebben geen standpunt ingenomen, terwijl de minderjarige werd vertegenwoordigd door mr. A. Alam-Khan als bijzondere curator.

De rechtbank heeft de ingediende stukken, waaronder e-mailberichten van de ambtenaar en de moeder, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel in aanmerking kwam, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank stelde vast dat de ambtenaar niet de juiste procedure had gevolgd en dat de eerdere beschikking inmiddels in kracht van gewijsde was gegaan, waardoor hoger beroep niet meer mogelijk was. De rechtbank concludeerde dat de verzochte verbeteringen niet konden worden doorgevoerd en dat een nieuw verzoek ingediend diende te worden om de gewenste wijzigingen te realiseren.

De rechtbank heeft uiteindelijk de verzochte verbetering van de beschikking van 12 december 2024 geweigerd. Deze beslissing werd genomen door mr. C.L. Strop, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier mr. S. Sluijmer, en werd openbaar uitgesproken op de zitting van 28 juli 2025.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 23-8316
Zaaknummer: C/09/656906
Datum beschikking: 28 juli 2025
Beschikkingin de zaak waarin op 12 december 2024 een beschikking is gegeven en uitgesproken, op verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M.J. Boers in ’s-Gravenzande.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[de juridische vader] ,

de juridische vader,
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats binnen of buiten Nederland,

[de biologische vader] ,

de biologische vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats] ,

zetelend in [geboorteplaats] ,
hierna: de ambtenaar,
en
de minderjarige
[minderjarige 1], volgens de Basisregistratie Personen [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] ,
in rechte vertegenwoordigd door mr. A. Alam-Khan, advocaat in Delft,
in de hoedanigheid van bijzondere curator.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het e-mailbericht van de ambtenaar van 2 april 2025, met bijlagen;
  • het e-mailbericht van de moeder van 8 april 2025.

Verzoek en verweer

In het e-mailbericht van 2 april 2025 wordt door de ambtenaar verzocht om – waar mogelijk – de op 12 december 2024 in deze zaak gegeven beschikking aan te passen en:
  • allereerst de nietigheid van de erkenning vast te stellen;
  • dan de gegevens van de ouders en het kind te verbeteren;
  • vervolgens het vaderschap te ontkennen;
  • tot slot het vaderschap gerechtelijk vast te stellen.
De moeder onderschrijft het verzoek van de ambtenaar.
De juridische vader, de biologische vader en de bijzondere curator hebben geen standpunt ingenomen.

Beoordeling

Op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verbetert de rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn beschikking een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.
De rechtbank is van oordeel dat in onderhavig geval geen sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Daartoe is redengevend dat de ambtenaar nu aangeeft dat het allereerst noodzakelijk is om de nietigheid van de erkenning vast te stellen, omdat de ambtenaar geen beschikking heeft ontvangen van de kennelijke nietigverklaring van de erkenning op 7 september 2023. Een daartoe strekkend verzoek lag echter niet voor aan de rechtbank en is ook niet ter zitting besproken, zodat daarop niet is beslist. Dit verzoek leent zich dus niet voor een eenvoudig herstel van een kennelijke fout. De overige verzoeken lenen zich daarmee ook niet voor een eenvoudig herstel. De rechtbank zal de door de ambtenaar verzochte verbeteringen daarom weigeren.
Nu gebleken is dat de beschikking van 12 december 2024 in kracht van gewijsde is gegaan en dat hoger beroep tegen deze beschikking niet meer mogelijk is, geeft de rechtbank partijen mee dat wat door de ambtenaar wordt verzocht – en door de moeder wordt onderschreven – enkel kan worden bewerkstelligd door een nieuw verzoek met deze strekking te doen.

Beslissing

De rechtbank:
weigert de verzochte verbetering van de beschikking van 12 december 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.L. Strop, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van
mr. S. Sluijmer als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 28 juli 2025.