In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een individuele inkomenstoeslag. De Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD) heeft op 26 januari 2023 de aanvraag van eiser afgewezen, omdat hij in de 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag in detentie heeft gezeten. Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat de categoriale uitsluiting in de Verordening in strijd is met de bedoeling van de wetgever. De rechtbank heeft het beroep op 7 januari 2025 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de ISD de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen. De wetgever heeft in de Participatiewet (Pw) bepaald dat de ISD bij de beoordeling van aanvragen rekening moet houden met de individuele omstandigheden van de aanvrager. De categoriale uitsluiting van personen die in de 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag in detentie zijn geweest, zonder onderscheid te maken naar de duur van de detentie, is in strijd met deze bedoeling. De rechtbank concludeert dat de Verordening in dit opzicht onverbindend is en dat het bestreden besluit van de ISD niet in stand kan blijven.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en gelast de ISD om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de uitspraak. Tevens wordt bepaald dat de ISD het door eiser betaalde griffierecht vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 20 januari 2025.