Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[opdrachtgever 1] te [woonplaats] (Duitsland),2. [opdrachtgever 2] te [woonplaats] (Duitsland),
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
3.De feiten
Bij het project [project] komen de stucframes door de verf-/stuclaag heen…..Zie bijgaande foto. Dit geldt voor alle armaturen met een stucframe. Kunnen jullie hiernaar kijken? Is er bepaalde stuc of verf gebruikt? Deze armaturen worden veel gebruikt (ook in andere projecten) maar dit is nooit gebeurd. Ook bij Modular is dit een onbekend en niet voorkomend probleem. Zie bijgaand hun reactie:Ik heb dit euvel namelijk intern besproken op onze After Sales afdeling en zij hebben mij de volgende informatie verschaft:
“probleem bij de gordijnrails op te lossen. […]”en heeft hij opgemerkt:
Rondom spotjes is kleurverschil opgetreden. […] koudebrug. Dit is echter totaal niet aan de orde en zou dus betekenen dat er zonder enige isolerende onderbreking een verbinding is tussen de plafondafwerking en dakconstructie gebouw. Hier is zeker geen sprake van en het kleurverschil is puur te wijten aan de wijze van verwerking.[…]
Kijkend vanuit de verschillende vertrekken richting lichttoetreding (kozijnen in gevelvlakken) is waargenomen dat het stucwerk op meerdere plaatsen niet vlak is aangebracht. Bovendien zijn duidelijk de onderlinge aansluitingen van de stucplaten d.m.v. kleurverschil waarneembaar. […]
Er is scheurvorming in het stucwerk en onthechting van het stucwerk waargenomen ter plaatse van de gordijnrails.
Op diverse plaatsen (bijvoorbeeld [..] armatuur inbouwspot) is duidelijk zichtbaar dat het stucwerk totaal niet aan de laagdikte voldoet. […]
Op diverse plaatsen in de vertrekken zijn zogenaamde krimpscheuren ontstaan. Tevens is scheurvorming ontstaan door een onjuiste voorbehandeling. 1 voorbeeld daarvan is de scheur die zichtbaar is ter plaatse van het tussenkozijn.
Er zijn extra verlagingen (rondingen) toegepast, die ‘uitlopen’(scheluw) en niet strak zijn uitgevoerd. […]”
4.Het geschil
5.De beoordeling
- de aard en de inhoud van de overeenkomst;
- de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen;
- de wederzijds kenbare belangen van partijen; en
- de overige omstandigheden van het geval.
3. De rechtsvordering uit hoofde van het in lid 2 sub a bedoelde gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van twee jaren na het verstrijken van de onderhoudstermijn.
“De aannemer is ontslagen van de aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van de oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken.”, zodat deze bepalingen opdrachtgevers niet in een aanzienlijk slechtere positie brengen ten opzichte van aannemer dan waarin zij zouden verkeren zonder het beding. In dat licht hebben opdrachtgevers onvoldoende aangevoerd waarom deze bepalingen in dit geval onredelijk bezwarend zijn.
In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.”maakt dat in dit geval niet anders, omdat dit wetsartikel geldend is met ingang van 1 januari 2024, de wetgever er niet voor heeft gekozen om dit artikellid ook van toepassing te laten zijn op voor die datum reeds gesloten aannemingsovereenkomsten, en partijen hun overeenkomst sloten voor de inwerkingtreding daarvan.
“SLAAPKAMER: plafond hoekronding”. Voor zover dit ziet op haakse hoekovergangen overweegt de rechtbank, dat opdrachtgevers onweersproken hebben gelaten dat dit opleverpunt door aannemer is hersteld. Dat wordt ook bevestigd door [bedrijfsnaam] , die in zijn rapport heeft aangetekend dat in de slaapkamer geen herstel nodig is.
€ 8.704,74inclusief btw. Tot dit bedrag wordt de vordering van opdrachtgevers toegewezen.
€ 1.391,50aan kosten voor de bouwkundige gevorderd. Tegen deze vordering heeft aannemer geen specifiek verweer gevoerd, zodat de rechtbank die zal toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van dagvaarding, 18 februari 2025, tot de dag van volledige voldoening.
€ 1.500,00aan opslag- en verhuiskosten gevorderd. Ook tegen deze vordering heeft aannemer geen specifiek verweer gevoerd, zodat de rechtbank die zal toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van dagvaarding, 18 februari 2025, tot de dag van volledige voldoening.