Uitspraak
Omgang
Beschikking op het op 26 april 2024 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het bericht van 13 juni 2024, met bijlagen, namens de vader;
- de brief van 19 juni 2025, met gewijzigde en aanvullende verzoeken, namens de vader;
- de e-mail van 20 juni 2025 namens de moeder;
- de e-mail van 23 juni 2025 namens de moeder.
Feiten
- De vader en de moeder zijn gehuwd geweest van [datum 1] 2013 tot [datum 2] 2015.
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 in [geboorteplaats] .
- Bij beschikking van 30 maart 2015 van de rechtbank Rotterdam is – voor zover hier van belang – de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken, bepaald dat het ouderschapsplan deel uitmaakt van de beschikking en bepaald dat het gezag over [minderjarige 1] voortaan alleen toekomt aan de moeder.
- In het ouderschapsplan zijn de ouders – voor zover hier van belang – overeengekomen dat zij voor de contactregeling met [minderjarige 1] in der minne afspraken zullen maken.
- De vader heeft [minderjarige 2] erkend.
- De moeder is van rechtswege alleen met het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] belast.
- Bij vonnis in kort geding van 23 juli 2020 van de rechtbank Rotterdam is – voor zover hier van belang – de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek in te stellen naar of en zo ja op welke manier het eventuele contact tussen de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] weer kan worden hersteld en opgebouwd, en is de vader het recht op omgang met de kinderen ontzegd totdat in de bodemprocedure is beslist.
- Bij beschikking van 30 oktober 2020 van de rechtbank Rotterdam zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht gesteld van gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering voor de duur van een jaar, van 30 oktober 2020 tot 30 oktober 2021. Bij beschikking van 29 oktober 2021 van deze rechtbank is de ondertoezichtstelling verlengd tot 30 oktober 2022.
- Bij beschikking van 16 november 2021 van de rechtbank Rotterdam is de omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gewijzigd, in die zin dat de vader het recht op omgang met de kinderen is ontzegd, maar waarbij herstel van dat contact onder begeleiding en op advies van de gecertificeerde instelling mogelijk is.
Verzoek en verweer
- te bepalen dat de ouders gezamenlijk gezag uitoefenen over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ;
- te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] bij de vader is;
- een zorgregeling vast te stellen waarbij:
- [minderjarige 1] bij de moeder is:
Beoordeling
Beslissing
voorlopig(zowel in de weekenden als doordeweeks) bij de vader zal zijn en iedere veertien dagen van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de moeder, voor zover [minderjarige 1] dat ook wenst;
voorlopigeomgangsregeling dat de minderjarige [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 in [geboorteplaats] , iedere veertien dagen van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de vader zal zijn, voor zover [minderjarige 2] dat ook wenst;
[telefoonnummer 3] / [telefoonnummer 4] (advocaat moeder);
15 januari 2026 pro forma; uiterlijk op die datum dient de Raad voor de Kinderbescherming zo mogelijk zijn rapport met advies te hebben uitgebracht aan de rechtbank met kopie aan beide ouders en hun advocaten;
ten aanzien van het gezag, de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] en de omgangs- c.q. zorgregelingaan.