Uitspraak
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en kinderalimentatie
Beschikking op het op 16 juli 2024 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- de referteverklaring van 9 september 2024, namens de vader;
- het aanvullend verzoek namens de moeder, ingekomen op 11 september 2024;
- de e-mail van 11 september 2024 namens de vader;
- het verweerschrift tegen het aanvullend verzoek, met zelfstandig verzoek;
- de brief van 6 juni 2025, met wijziging van het verzoek, namens de moeder;
- de brief van 6 juni 2025, met bijlagen, namens de vader;
- de brief van 13 juni 2025, met aanvullend verzoek en met bijlage, namens de vader;
- het bericht van 16 juni 2025, met bijlagen, namens de moeder.
Feiten
- De moeder en de vader hebben een affectieve relatie gehad.
- Zij zijn de ouders van het volgende nu nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit volgens een aantekening in het gezagsregister van 1 september 2016.
- Bij beschikking van 21 november 2023 zijn de door partijen onderling getroffen regelingen, zoals neergelegd in het (in fotokopie) aan de beschikking gehechte ouderschapsplan opgenomen.
- In het ouderschapsplan is – voor zover hier van belang – opgenomen dat:
- [minderjarige] haar hoofdverblijf bij de moeder heeft;
- als zorgregeling een week op-weekafregeling geldt, waarbij het wisselmoment op zondag om 13.00 uur is, en dat [minderjarige] in de week van de vader ook op de woensdag na school (en als er geen school is de gehele dag) bij de moeder verblijft tot donderdagochtend naar school/de vader, en dat deze regeling gedurende de vakanties doorloopt;
- de vader met ingang van 1 juli 2023 een bedrag aan kinderalimentatie van € 81,- per maand aan de moeder zal betalen;
- de verblijfsoverstijgende kosten, zoals de kosten van scholing, hobby’s, sport, medische behandelingen etc., dus alle kosten die niet onder de verblijfskosten vallen, bij helfte tussen de ouders worden verdeeld.
Verzoek en verweer
- te bepalen dat er tussen de vader en [minderjarige] tot nader bericht van de moeder geen omgang zal zijn, ook niet tijdens de vakanties en feestdagen;
- te bepalen dat de vader met ingang van 25 mei 2024 tot en met 22 november 2024 een kinderalimentatie voor [minderjarige] moet betalen van € 191,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, althans een zodanig bedrag met ingang van zodanige datum als de rechtbank juist acht;
- te bepalen dat de vader met ingang van 23 november 2024 een kinderalimentatie voor [minderjarige] moet betalen van € 338,- per maand, althans een zodanig bedrag met ingang van zodanige datum als de rechtbank juist acht, en te bepalen dat deze bijdrage ieder jaar, met ingang van 1 januari 2026, wordt geïndexeerd;
- voor recht te verklaren dat de afspraak met betrekking tot de verblijfsoverstijgende kosten in het ouderschapsplan in stand blijft, althans te bepalen dat alle verblijfsoverstijgende kosten tussen partijen bij helfte worden verdeeld,
- voor recht te verklaren dat hij niet langer gehouden is om bij helfte bij te dragen in de verblijfsoverstijgende kosten;
- te bepalen dat de vader om de week op zaterdag van 12.00 uur tot 18.00 uur contact heeft met [minderjarige] ,
Beoordeling
.De rechtbank is van oordeel dat nergens uit blijkt dat de ouders welbewust zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven. Dat geldt te meer nu de ouders de kinderalimentatie wel conform de wettelijke maatstaven hebben berekend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vader onopzettelijk door onjuist inzicht ingestemd met afwijking van de wettelijke maatstaven. De rechtbank gaat voorbij aan het argument dat de vader, zoals de moeder heeft aangevoerd, dan maar juridische bijstand had moeten zoeken. Nu hij het concept van een advocaat ontving, zonder dat daarbij werd vermeld dat er werd afgeweken van de wettelijke standaard, kan de rechtbank billijken dat de vader erop vertrouwde dat dit was wat hij moest betalen. De rechtbank volgt de vader dan ook in zijn standpunt dat de afspraak over de verblijfsoverstijgende kosten is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven en zal voor recht verklaren dat de vader niet langer gehouden is om bij helfte aan deze kosten bij te dragen.
Beslissing
verzoek tot wijziging van de zorgregeling en de proceskostenaan tot de zitting van
27 augustus 2025 om 16.15 uur;
uiterlijk twee weken voor voormelde zittingeen schriftelijke update te overleggen;