ECLI:NL:RBDHA:2025:15241
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juli 2025 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging voor opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1940, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie (Alzheimer) en recidiverende depressies. Het verzoek was ingediend op 8 juli 2025 en de mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum. De advocaat van de cliënt, mr. J.I. Echteld, heeft ter zitting verzocht om afwijzing van het verzoek, stellende dat er alternatieven zijn voor opname en dat de ernst van de psychische schade betwist kan worden. De betrokken familie steunt dit verzet en geeft aan dat het nog te vroeg is om de cliënt uit haar vertrouwde omgeving te halen. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er sprake is van nadeel door de psychogeriatrische aandoening, de ernst daarvan te relativeren is en dat er alternatieven zijn die onvoldoende zijn onderzocht. De rechtbank concludeert dat niet aan alle wettelijke criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging is voldaan en wijst het verzoek af. De beschikking is gegeven door mr. D.G.J. Dop, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.