ECLI:NL:RBDHA:2025:15290
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Marokko
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 16 juni 2025. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en het vooronderzoek op 12 augustus 2025 is gesloten. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring getoetst en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 25 juni 2025 rechtmatig was. De rechtbank heeft overwogen dat het horen van eiser in dit vervolgberoep niet noodzakelijk was, omdat er voldoende informatie in het dossier aanwezig was om een oordeel te vellen.
Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko is, omdat er meerdere aanvragen zijn ingediend zonder resultaat. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat, hoewel er in het algemeen geen zicht op uitzetting naar Marokko is, er geen concrete aanknopingspunten zijn die erop wijzen dat het lopende traject op niets zal uitlopen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de minister voldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure, aangezien er recentelijk contact is geweest met de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank heeft ambtshalve de rechtmatigheidsvoorwaarden van de maatregel van bewaring getoetst en geen onrechtmatigheid vastgesteld. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.