ECLI:NL:RBDHA:2025:15301
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag door besluitmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, afkomstig uit Syrië, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister ontving de aanvraag op 8 februari 2024 en had volgens de wet binnen zes maanden moeten beslissen. Eiser heeft de minister op 24 januari 2025 in gebreke gesteld, maar heeft pas op 13 februari 2025 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een besluitmoratorium gold voor Syrië van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025, waardoor de beslistermijn voor asielaanvragen van vreemdelingen uit Syrië met een jaar is verlengd. Dit betekent dat de minister uiterlijk op 8 augustus 2025 moest beslissen op de aanvraag van eiser. Aangezien de ingebrekestelling en het beroep zijn ingediend terwijl het besluitmoratorium van kracht was, zijn deze prematuur en is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 7 augustus 2025 openbaar gemaakt.