ECLI:NL:RBDHA:2025:15302
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag door besluitmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, afkomstig uit Syrië, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister ontving de aanvraag op 29 april 2024 en had volgens de wet binnen zes maanden moeten beslissen. Eiser heeft de minister op 31 oktober 2024 in gebreke gesteld, maar heeft pas op 18 november 2024 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van eiser onder het besluitmoratorium valt dat gold van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025, waardoor de beslistermijn is verlengd tot maximaal 21 maanden. Aangezien de beslistermijn voor de aanvraag van eiser nog niet was verstreken op het moment van het indienen van het beroep, is het beroep prematuur en daarmee niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank komt hierdoor niet toe aan de vraag of de minister een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 8 augustus 2025 openbaar gemaakt.