ECLI:NL:RBDHA:2025:15309
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Turkse nationaliteit met betrekking tot politieke activiteiten en LHBTI-identiteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Turkse nationaliteit geboren in 1999, heeft op 1 maart 2023 asiel aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 26 februari 2025, met als argument dat er geen gegronde vrees was voor vervolging op basis van politieke activiteiten of zijn LHBTI-identiteit. Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met claims van politieke vervolging vanwege zijn Koerdische afkomst en zijn betrokkenheid bij de LHBTI-gemeenschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn, maar dat de vrees voor vervolging niet zwaarwegend genoeg is. De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op de aanvraag niet-ontvankelijk, maar veroordeelt de verweerder in de proceskosten van eiser tot € 453,50. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag terecht is afgewezen, omdat eiser niet voldoet aan de criteria voor vluchtelingschap zoals vastgelegd in de Vreemdelingenwet 2000.