ECLI:NL:RBDHA:2025:15310
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag door besluitmoratorium voor Sudan
In deze zaak heeft eiseres, afkomstig uit Sudan, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen van de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister ontving de aanvraag op 5 februari 2024 en had uiterlijk zes maanden de tijd om te beslissen. Eiseres heeft de minister op 8 mei 2025 in gebreke gesteld, maar heeft pas op 23 mei 2025 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van eiseres onder een besluitmoratorium valt dat gold voor Sudan van 8 juli 2023 tot en met 6 juli 2024. Gedurende deze periode besliste de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit Sudan, waardoor de beslistermijn voor deze aanvragen is verlengd. Aangezien de beslistermijn voor de aanvraag van eiseres nog niet was verstreken op het moment van het indienen van het beroep, is het beroep prematuur en daarmee niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank komt hierdoor niet toe aan het vaststellen van een eventuele verbeurde bestuurlijke dwangsom. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en bekendgemaakt op 8 augustus 2025.