2.5.[gedaagde 1] c.s. heeft in zijn akte, samengevat, verder nog het volgende naar voren gebracht:
- de geldleningsovereenkomst is niet al in 2019 is vastgelegd omdat het om een familieaangelegenheid ging, waarmee men uitging van onderling vertrouwen. Het was in familieverband gebruikelijk om onderlinge geldleningen niet vast te leggen: [eiseres] heeft ook ooit € 3.000 geleend van [gedaagde 1] voor een motorfiets, zonder dat hiervoor een schriftelijke overeenkomst is opgesteld. De geldleningsovereenkomst is pas opgesteld toen [eiseres] in 2020 ontspoorde en haar gedrag rondom de afwikkeling van de nalatenschap van moeder steeds problematischer werd;
- de lening van € 250.000 komt exact overeen met de betalingen die [gedaagde 1] in 2019 aan deden heeft gedaan;
- de considerans van de geldleningovereenkomst is summier geformuleerd omdat [gedaagde 1] deze overeenkomst heeft opgesteld, hij geen jurist is en op uitdrukkelijk verzoek van erflater geen verwijzing is opgenomen naar de schuldeisers van erflater;
- [gedaagde 1] heeft de betalingen aan derden gedaan omdat hij de enige was die binnen het gezin kapitaalkrachtig genoeg was. Erflater was hiertoe niet in staat en wilde niet dat zijn vrouw op de hoogte zou raken van zijn schulden;
- het was aan erflater om te vermelden waarop de betaling aan [gedaagde 1] betrekking had, omdat hij als enige toegang tot zijn bankrekeningen had;
- de schuld is waarschijnlijk niet in de aangifte IB 2020 opgenomen omdat erflater de schuld verborgen wilde houden voor zijn echtgenote en hij tot het belastingjaar 2020 zelf de aangifte verzorgde. Vanaf 2021 heeft erflater de hulp van [gedaagde 1] ingeroepen en vanaf dat belastingjaar is de schuld wel in de aangifte opgenomen;
- [gedaagde 1] heeft geen rechtstreekse overboeking van € 250.000 aan erflater gedaan maar zelf de schulden van erflater afgelost omdat erflater wilde voorkomen dat zijn echtgenote de overboeking zou zien en omdat [gedaagde 1] , die onvoldoende vertrouwen in erflater had, zelf de afwikkeling van de schulden van erflater ter hand wilde nemen;
- de door [gedaagde 1] gestelde belofte aan erflater tot geheimhouding van de betalingen aan de schuldeisers van erflater kan niet bij de bewijswaardering worden betrokken.