In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2025, wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een Afghaanse man, door de minister van Asiel en Migratie, vernietigd. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op 19 augustus 2021, maar deze werd op 27 augustus 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing niet in stand kan blijven, omdat verweerder onvoldoende is ingegaan op de landeninformatie die eiser heeft aangevoerd en de risico's die hij loopt bij terugkeer naar Afghanistan. Eiser heeft verklaard dat hij in Afghanistan is mishandeld door de Taliban en dat hij vanwege zijn geloofsverdieping en tatoeage op zijn arm een reëel risico loopt op vervolging. De rechtbank concludeert dat verweerder niet voldoende heeft gemotiveerd dat eiser veilig kan terugkeren en dat de afwijzing van de asielaanvraag in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.