Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
11 augustus 2025, ingekomen ter griffie van de wrakingskamer op 12 augustus 2025.
Rechtbank Den Haag
Op 19 augustus 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek. Verzoeker werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij geen procespartij is in de hoofdzaak, waardoor hij op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geen wrakingsverzoek kan indienen. Verzoekster's wrakingsverzoek werd afgewezen omdat de procedurele beslissingen van de rechter, zoals het annuleren van een zitting en het niet verstrekken van een tolk, niet als grond voor wraking kunnen dienen. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter in civiele zaken niet verplicht is om een tolk te regelen voor een procespartij, en dat de beslissingen van de rechter niet duiden op vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat alleen bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot een schijn van partijdigheid, wat in dit geval niet is aangetoond. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.