ECLI:NL:RBDHA:2025:1548
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000
Op 3 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de maatregel van bewaring opgelegd aan eiser door de Minister van Asiel en Migratie. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had op 14 januari 2025 een besluit ontvangen waarin deze maatregel werd opgelegd. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 28 januari 2025 is eiser, samen met zijn gemachtigde, niet verschenen, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen beroepsgronden heeft aangevoerd en zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Na beoordeling van de door de minister en eiser verstrekte gegevens, concludeerde de rechtbank dat er voldoende gronden waren om de maatregel van bewaring te rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat aan de rechtmatigheidsvoorwaarden voor deze maatregel was voldaan.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.