In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2025 een beschikking gegeven in een verzoek om kinderalimentatie en terugbetaling van kinderbijslag. De vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. G. Alkilic, heeft verzocht om een maandelijkse kinderalimentatie van € 287,- voor hun minderjarige kinderen, geboren in 2009 en 2010. De moeder, die in Polen woont, is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen, aangezien de kinderen in Nederland verblijven. De rechtbank heeft het verzoek van de vader tot vaststelling van de kinderalimentatie toegewezen, omdat het verzoek niet is weersproken. De rechtbank heeft de alimentatie vastgesteld op € 287,- per maand, met ingang van de datum van de beschikking. Daarnaast heeft de vader verzocht om terugbetaling van de door de moeder geïnde kinderbijslag van € 2.675,63. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen juridische grondslag voor was binnen de verzoekschriftprocedure. De beschikking is uitgesproken door kinderrechter mr. C.G. Meeder, bijgestaan door griffier mr. R.P. Bas.