Uitspraak
Nevenvoorzieningen bij echtscheiding en verhuizing
Beschikking op het op 28 november 2023 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
[de man] ,
Procedure
- het verzoekschrift van de vrouw;
- het verweerschrift met zelfstandig verzoek van de man, ingekomen op 7 februari 2024;
- het verweerschrift op zelfstandig verzoek van de vrouw, ingekomen op 7 maart 2024;
- het F9-formulier van 19 november 2024 van de vrouw;
- het F9-formulier van 21 november 2024 van de man;
- het F9-formulier van 20 maart 2025 van de man, met bijlage;
- het F9-formulier van 8 april 2025 van de man;
- het F9-formulier van 7 juli 2025 van de man, met brief en bijlagen en aanvullende verzoeken;
- het F9-formulier van 7 juli 2025 van de vrouw, met verweer op aanvullende verzoeken en wijziging verzoeken, en bijlagen;
- het F9-formulier 17 juli 2025 van de man, met bijlagen.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en vergezeld door de tolk (Portugees) J.N. van der Boom;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en vergezel door de tolk (Spaans) P. van Nieuwenhuizen;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Feiten
- Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest van [datum 1] 2020 tot [datum 2] 2024.
- Zij zijn de ouders van de nu nog minderjarige [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2020 te [geboorteplaats 1] .
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige 1] uit.
- [minderjarige 1] verblijft bij de moeder.
- De vrouw heeft de Braziliaanse nationaliteit en de man heeft de Spaanse nationaliteit.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 6 mei 2024 is in de procedure met zaaknummer C/09/660746 / FA RK 24-764 bepaald dat de vrouw met [minderjarige 1] vóór 1 augustus 2024 moet terugverhuizen naar [plaats 2] , dan wel de regio [plaats 2] .
- Deze rechtbank heeft op 6 mei 2024 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover van belang, inhoudende:
- dat de man bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te ( [postcode 1] ) [plaats 2] aan de [adres 1] , met het bevel dat de vrouw die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden;
- dat de man voorlopig gerechtigd is [minderjarige 1] bij zich te hebben in elk weekend waarin hij niet werkt als volgt:
Verzoek en verweer
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] bij de vrouw;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 231,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, althans een ander bedrag dat de rechtbank juist acht, welk bedrag jaarlijks en voor het eerst per januari 2026 geïndexeerd dient te worden;
- vaststelling van partneralimentatie van € 110,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, althans een ander bedrag dat de rechtbank juist acht, welk bedrag jaarlijks en voor het eerst per januari 2026 geïndexeerd dient te worden;
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (zorgregeling) waarbij [minderjarige 1] bij de man verblijft: drie weekenden (1e, 2e en 4e) in de maand alsmede in de week dat er geen weekendomgang is van dinsdag 17.00 uur tot donderdag 17.00 uur, waarbij de vrouw het halen en brengen voor haar rekening neemt;
- toedeling van het huurrecht van de echtelijke woning aan de man;
- bepaling dat in hun onderlinge verhouding de man en de vrouw beiden de helft van de totale belastingschuld van € 1.690,- voor zijn/haar rekening dienen te nemen en dat indien de man meer dan de helft van de schuld voldoet de vrouw het meerdere aan de man dient te vergoeden;
- te bepalen dat de vrouw zich dient te houden aan de beschikking van 6 mei 2024 en te bevelen dat zij uiterlijk met [minderjarige 1] dient te zijn terugverhuisd op 1 december 2025 op straffe van een dwangsom van € 250,- voor elke dag dat zij in verzuim is;
- te bepalen dat zolang de vrouw niet met [minderjarige 1] is terugverhuisd naar de regio [plaats 2] de man [minderjarige 1] bij zich heeft eens per twee weken van vrijdag uit school tot zondag voor het avondeten, waarbij beide ouders verantwoordelijk zijn voor het halen en brengen en de overdracht van [minderjarige 1] plaatsvindt op vrijdag te 17.00 uur en op zondag te 15.00 uur bij [restaurant] aan de [adres 2] , [postcode 2] [plaats 3] , gelegen aan de [snelweg] , alsmede gedurende de helft van alle schoolvakanties;
- te bepalen dat zodra de vrouw met [minderjarige 1] weer woonachtig is in de regio [plaats 2] de man [minderjarige 1] bij zich heeft drie weekenden per maand van vrijdag uit school tot zondag voor het avondeten, waarbij beide ouders verantwoordelijk zijn voor het halen en brengen, alsmede gedurende de helft van alle schoolvakanties;
- te bepalen dat de vrouw de reiskosten van de man dient te voldoen, zolang de vrouw niet met [minderjarige 1] is terugverhuisd.
- vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige 1] naar [plaats 4] verhuizen en hem op de school [schoolnaam] in te schrijven, althans ingeschreven te houden;
- een zorgregeling te bepalen die de rechtbank juist acht;
Beoordeling
Beslissing
- twee weekenden per maand van vrijdag na school tot zondag 15.00 uur, waarbij het halen en brengen door de ouders bij helfte wordt gedeeld in die zin dat de man [minderjarige 1] ophaalt vrijdag van school en de vrouw [minderjarige 1] bij de man ophaalt op zondag;
- een derde weekend in de maand, waarbij geldt dat de man een maand van tevoren bij de vrouw kan aangeven wanneer [minderjarige 1] bij hem kan verblijven;
- in de meivakantie: bij de vrouw verblijft;
- in de herfstvakantie: bij de man verblijft;
- in de zomervakantie en de kerstvakantie de helft van de tijd bij de man en de andere helft van de tijd bij de vrouw verblijft;