ECLI:NL:RBDHA:2025:1558

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 februari 2025
Publicatiedatum
7 februari 2025
Zaaknummer
11529830
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van bewindvoerder in een civiele procedure met betrekking tot beschermingsbewind

In deze zaak heeft de kantonrechter te Den Haag op 6 februari 2025 een beschikking gegeven waarbij de huidige bewindvoerder, Stichting Restart Financieel Beheer & Beschermingsbewind, ambtshalve is ontslagen. De bewindvoerder heeft haar cliënte benadeeld door niet zelf ter zitting te verschijnen in een civiele procedure over de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. In plaats daarvan heeft zij een stagiaire gestuurd, die niet bevoegd was om bewindvoerderstaken uit te voeren. De bewindvoerder heeft in een email aan de kantonrechter onjuiste informatie verstrekt over haar afwezigheid, wat heeft geleid tot het oordeel van de kantonrechter dat zij haar taken niet naar behoren heeft verricht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder op 21 januari 2025 niet is verschenen op de mondelinge behandeling, wat heeft geleid tot een beslissing in het voordeel van de verhuurder zonder dat de belangen van de betrokkene zijn meegewogen. Dit tekortschieten in haar verantwoordelijkheden heeft de kantonrechter doen besluiten dat er sprake is van gewichtige redenen voor ontslag. De kantonrechter heeft vervolgens Van Rijn Bewind B.V. benoemd als nieuwe bewindvoerder, met ingang van 7 februari 2025. De beschikking is gegeven in het kader van de bescherming van de goederen van de betrokkene, die te maken heeft met problematische schulden.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de ontslagen bewindvoerder een eindrekening en -verantwoording moet afleggen aan de nieuwe bewindvoerder. Tevens is bepaald dat de benoeming van de nieuwe bewindvoerder en het ontslag van de oude bewindvoerder worden ingeschreven in het openbaar Centraal Curatele- en bewindregister. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en kan door belanghebbenden worden aangevochten bij het gerechtshof te Den Haag, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Zittingsplaats 's-Gravenhage
Zaaknr.: 11529830 EJ VERZ 25-71618
Bewind nr.: 30428
Datum: 6 februari 2025

Beschikking van de kantonrechter tot ambtshalve ontslag/benoeming bewindvoerder

in het bewind over de goederen van:

[betrokkene] ,

geboren te Curaçao, Nederlandse Antillen op [geboortedatum] 1991,
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
waarin thans bewindvoerder is:

Stichting Restart Financieel Beheer & Beschermingsbewind,

zaakdoende te 2613 RR Delft aan de Van Bleyswijckstraat 91,
hierna te noemen: de bewindvoerder.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de civiele procedure tussen Stichting WoonInvest en Stichting Restart Financieel Beheer & Beschermingsbewind in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van betrokkene voornoemd, bij deze rechtbank bekend onder rolnummer 11315995 RL 24-17588;
  • de email van de bewindvoerder van 22 januari 2025, waarin zij een verklaring geeft waarom zij niet op de civiele zitting van 21 januari 2025 is verschenen.
De kantonrechter heeft vervolgens een Teams-gesprek gehouden met de bewindvoerder op 6 februari 2025.

Beoordeling

Bij beschikking van 12 augustus 2024 van de kantonrechter te Den Haag is een bewind ingesteld over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden. Thans is bewindvoerder
Stichting Restart Financieel Beheer & Beschermingsbewind.
Op grond van artikel 1:448 BW kan door de kantonrechter ontslag worden verleend aan de bewindvoerder wegens gewichtige redenen of omdat zij niet (langer) voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden. Van gewichtige redenen is onder andere sprake als de bewindvoerder haar taken ten opzichte van betrokkene dan wel de rechtbank niet naar behoren verricht.
Uit de beschikbare informatie blijkt dat op 21 januari 2025 om 10:15 uur een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden in de civiele procedure tussen Stichting WoonInvest en Stichting Restart Financieel Beheer & Beschermingsbewind in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van betrokkene. Op deze mondelinge behandeling is de bewindvoerder niet verschenen. Tijdens het Teams-gesprek met de bewindvoerder van vandaag heeft zij desgevraagd verklaard dat zij haar stagiaire heeft verzocht namens haar op de mondelinge behandeling te verschijnen en dat zij, toen bleek dat zij niet tijdig aanwezig kon zijn, terug naar kantoor is gegaan. In haar email van 22 januari 2025 maakt zij geen melding van deze stagiaire en doet zij het voorkomen alsof zijzelf degene was die naar de zitting onder weg was. In het Teams gesprek heeft zij verklaard dat zij aan een cursus deelnam en daarom haar stagiaire naar zitting had gestuurd. De email van 22 januari 2025 is derhalve gebaseerd op een leugen. In dit verband wordt verwezen naar artikel 1:445, vijfde lid, juncto artikel 1:354 BW op grond waarvan de kantonrechter bevoegd is om de bewindvoerder te allen tijde ten verhore op te roepen en de bewindvoerder verplicht is om alle door de kantonrechter gewenste inlichtingen te verschaffen.
Tot de taak van een bewindvoerder behoort het op zitting verschijnen en namens betrokkene het woord voeren. In een urgente situatie, zoals een aanstaande woningontruiming, geeft het geen pas om een stagiaire naar zitting te sturen. De vraag is overigens of het verhaal klopt omdat de stagiaire ook op de rolzitting van 24 september 2024 is verschenen. Een stagiaire mag geen bewindvoerderstaken uitvoeren, zij voldoet immers niet aan de opleidingseisen en was in dit geval ook niet bekend bij het Landelijk kwaliteitsbureau CBM. In dit geval lijkt het er op dat de stagiaire de dossierbehandelaar was.
Doordat de bewindvoerder niet op de mondelinge behandeling is verschenen, heeft de kantonrechter de vordering van de verhuurder tot onder meer ontruiming van de woning bij vonnis van heden toegewezen. Daarbij heeft de kantonrechter de belangen van betrokkene niet kunnen meewegen, omdat deze niet door de bewindvoerder naar voren zijn gebracht. Aldus heeft de bewindvoerder als gevolg van haar handelen de belangen van betrokkene onvoldoende behartigd en is zij tekortgeschoten in de op haar rustende taken. Bovendien is betrokkene door het nalaten van de bewindvoerder in een ingewikkelde positie terechtgekomen, waarbij om een moratorium verzocht zal moeten worden om de executie van het vonnis te staken. Dit vormt naar het oordeel van de kantonrechter een gewichtige reden voor ontslag van de bewindvoerder. Op grond van artikel 1:444 BW is de bewindvoerder aansprakelijk jegens betrokkene, indien hij in de zorg van een goed bewindvoerder te kort schiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.
De kantonrechter heeft betrokkene niet gehoord, vanwege het spoedeisende belang van de zaak.
De kantonrechter heeft
Van Rijn Bewind B.V., kantoorhoudende dan wel gevestigd te 3299 ZG Maasdam, Postbus 5437, benaderd en gevraagd of zij bereid is een benoeming tot bewindvoerder te aanvaarden. Zij heeft zich schriftelijk bereid verklaard de benoeming als zodanig te aanvaarden. De kantonrechter zal Van Rijn Bewind B.V. benoemen tot nieuwe bewindvoerder nu van bezwaren tegen deze benoeming niet is gebleken.
Ingevolge artikel 1:448 lid 1 aanhef en onder e van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt de kantonrechter dat het ontslag van de huidige bewindvoerder ingaat per 7 februari 2025. De kantonrechter benoemt de nieuwe bewindvoerder met ingang van dezelfde datum.
Het ontslag van de huidige bewindvoerder en de benoeming van de nieuwe bewindvoerder worden ingeschreven in het openbaar Centraal Curatele- en bewindregister.

Beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat
Stichting Restart Financieel Beheer & Beschermingsbewindvoornoemd met ingang van 7 februari 2025 als bewindvoerder over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren;
- benoemt
Van Rijn Bewind B.V.voornoemd met 7 februari als bewindvoerder over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren;
- bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder eindrekening en -verantwoording aflegt aan de nieuwe bewindvoerder en die vervolgens doet toekomen aan de kantonrechter;
- bepaalt dat het ontslag van de huidige bewindvoerder en de benoeming van de nieuwe bewindvoerder worden ingeschreven in het openbaar Centraal Curatele- en bewindregister;
- stelt vast dat de nieuwe bewindvoerder gerechtigd is om maandelijks voor de werkzaamheden een vergoeding in rekening te brengen als beloning zoals vermeld in artikel 3 lid 2 onder b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt vast dat de nieuwe bewindvoerder gerechtigd is om een éénmalige vergoeding voor aanvangswerkzaamheden in rekening te brengen conform artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Deze beschikking is gegeven door mr. D. de Loor, kantonrechter te Den Haag, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 februari 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.