ECLI:NL:RBDHA:2025:15590
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en besluitmoratorium voor Sudan
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze volgens eiser niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag is op 11 juli 2023 ontvangen, en de minister had uiterlijk zes maanden na deze datum moeten beslissen. Echter, sinds 27 januari 2023 is er een besluit van kracht dat de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden verlengt. Dit betekent dat de beslistermijn voor de aanvraag van eiser is verlengd tot 11 april 2025.
Daarnaast gold er voor Sudan een besluitmoratorium van 8 juli 2023 tot 6 juli 2024, waardoor de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit Sudan besliste. Dit moratorium verlengt de beslistermijn voor lopende asielaanvragen tot maximaal 21 maanden. Eiser heeft op 20 februari 2025 een ingebrekestelling ingediend, maar omdat de beslistermijn nog niet was verstreken, is het beroep prematuur ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, en is op 5 augustus 2025 openbaar gemaakt.