ECLI:NL:RBDHA:2025:15590

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
NL25.11346
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en besluitmoratorium voor Sudan

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze volgens eiser niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag is op 11 juli 2023 ontvangen, en de minister had uiterlijk zes maanden na deze datum moeten beslissen. Echter, sinds 27 januari 2023 is er een besluit van kracht dat de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden verlengt. Dit betekent dat de beslistermijn voor de aanvraag van eiser is verlengd tot 11 april 2025.

Daarnaast gold er voor Sudan een besluitmoratorium van 8 juli 2023 tot 6 juli 2024, waardoor de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit Sudan besliste. Dit moratorium verlengt de beslistermijn voor lopende asielaanvragen tot maximaal 21 maanden. Eiser heeft op 20 februari 2025 een ingebrekestelling ingediend, maar omdat de beslistermijn nog niet was verstreken, is het beroep prematuur ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, en is op 5 augustus 2025 openbaar gemaakt.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.11346
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. R.J. Schenkman),

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat de minister volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
Is het beroep van eiser ontvankelijk?
3. De minister heeft de aanvraag op 11 juli 2023 ontvangen. De minister moet uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen.3 Sinds 27 januari 2023 is het besluit met kenmerk WBV 2023/3 van kracht.4 Dit besluit heeft tot gevolg dat de beslistermijnen van asielaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 januari 2023 tot
1 januari 2024 met negen maanden zijn verlengd. De asielaanvraag van eiser valt onder het toepassingsbereik van dit besluit. De beslistermijn in zijn zaak is dus met negen maanden verlengd.
1. Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 6:2, onder b, en 6:12, tweede lid, van de Awb.
3 Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
4 Staatscourant van 26 januari 2023, nr. 3235.
4. Eiser komt uit Sudan. Met ingang van 8 juli 2023 tot en met 6 juli 2024 gold voor Sudan een besluitmoratorium.5 Gedurende de tijd dat het besluitmoratorium van kracht was, besliste de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit dat land. De beslistermijn voor lopende asielaanvragen en van asielaanvragen die tijdens het besluitmoratorium werden ontvangen, is verlengd met één jaar tot ten hoogste 21 maanden.6
5. Het moratorium is van toepassing op asielaanvragen waarop nog niet is beslist. In de zaak eiser betekent dit dat de minister uiterlijk op 11 april 2025 diende te beslissen op de aanvraag. Eiser heeft de ingebrekestelling op 20 februari 2025 ingediend. Aangezien de beslistermijn nog niet is verstreken, heeft eiser zijn ingebrekestelling en beroep prematuur ingesteld. Het beroep is daarmee kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. D.C. van de Mortel, griffier.
5 Stcrt. 2023, 18540 en Stcrt. 2024, 146.
6 Artikel 43, eerste lid, van de Vw en artikel 2 van het Besluit instellen besluitmoratorium en vertrekmoratorium vreemdelingen Sudan.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
05 augustus 2025

Documentcode: [Documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.