Op 19 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die onder toezicht is gesteld. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 4 september 2026 en een machtiging verleend voor uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, aansluitend in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, voor de duur van zes maanden. De kinderrechter oordeelt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige], die haar ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] in de afgelopen periode positieve stappen heeft gezet en dat het belangrijk is dat zij kan blijven profiteren van de hulpverlening en structuur die [instelling 1] biedt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M. van Leeuwen, en is op schrift gesteld op 21 augustus 2025.